Kwaliteitsbeheer binnen de FAGT

Leden van de FAGT kennen een strenge selectie, zetten zich op vele manieren in om op de hoogte te blijven van de laatste ontwikkelingen en voldoen aan de verschillende kwaliteitscontroles.

De FAGT staat garant voor het niveau van de aangesloten therapeuten.

Toelating van nieuwe therapeuten vindt plaats volgens vooraf vastgestelde en controleerbare richtlijnen. Een volwaardig lid van de FAGT heeft bijv. een beroepsopleiding op hbo-niveau gevolgd welke is geaccrediteerd door een erkend accreditatie-instituut. Bovendien heeft het nieuwe lid een diploma MBK/PsBK volgens PLATO-termen.

Toelatingsbeleid

Om lid te worden van de FAGT dient het kandidaat-lid:

  • Over de juiste hbo-diploma’s te beschikken (zie ook lid worden).
  • Over een MBK en/of PsBK diploma (PLATO-termen) te beschikken.
  • Een individueel gesprek aan te gaan met de toelatingscommissie.
  • Een externe digitale startvisitatie uit te laten voeren.


Bij- en nascholing:

  • MBK/PsBK nascholing (6 of 12 punten per jaar).
  • Vakinhoudelijke geaccrediteerde bij- en nascholing (18 punten per 3 jaar).
  • Vrije invulling niet geaccrediteerde bij- en nascholing (6 punten per 3 jaar).
  • Intervisie (6 punten per jaar).

5-jaarlijks
Elke 5 jaar dient een FAGT lid:

a. Een externe visitatie in de praktijk uit te laten voeren.
b. Een VOG-verklaring te overleggen, welke door de FAGT digitaal wordt opgevraagd via Justis.

Praktijkvoering

Een FAGT-lid dient praktijk te houden op een wijze zoals is vermeld in het Handboek FAGT. Bovendien houdt elke therapeut een cliëntendossier bij.

Extern kwaliteitsbeheer
In het kader van externe kwaliteitszorg is een klachtenregeling opgesteld. Daarnaast zijn de leden van de FAGT onderworpen aan het tuchtrecht zoals dat wordt gehanteerd door de TCZ.

Wet- en regelgeving
Alle FAGT-therapeuten voldoen o.a. aan de Wkkgz wetgeving en zijn aangesloten bij een tuchtrecht instantie.

Koepel
De FAGT is aangesloten bij de koepelorganisatie RBCZ.

Wkkgz klachten, geschillencommissie en tuchtrecht
FAGT leden zijn aangesloten bij Quasir en Zorggeschil.

De klachtenregeling
De doelstelling van de klachtenregeling binnen de complementaire gezondheidszorg is het vertrouwen te herstellen tussen de therapeut en de cliënt met een klacht. De klachtenfunctionaris zal de klacht in behandeling nemen. Leden van de FAGT zijn bij Quasir aangesloten, welke een klachtenfunctionaris kan leveren waar cliënten gratis gebruik van kunnen maken.

De geschillencommissie
De geschillencommissie is een externe organisatie, welke is goedgekeurd door het ministerie van VWS. Cliënten kunnen hiervoor terecht bij Zorggeschil. Toegang daartoe geschiedt via Quasir.

Het tuchtrecht
Het tuchtrecht dient om het vertrouwen in de kwaliteit van een beroepsgroep te garanderen. Dit is het onafhankelijke tuchtrecht voor beroepsbeoefenaren binnen de complementaire zorg, wat voor de FAGT wordt verzorgd door de TCZ.

Het tuchtrecht biedt de mogelijkheid om een tekortschietende therapeut te corrigeren middels een sanctie. De mildste sanctie is een berisping, bij ernstige situaties wordt een therapeut uit het register geschrapt. Het voordeel van een tuchtrecht is dat kwesties die zich niet lenen voor een civiele of strafrechtelijke procedure veelal wel in het tuchtrecht aan de orde kunnen worden gesteld.

Kwaliteitsbewaking

Ook in het verleden zijn therapeuten getoetst aan scherpe voorwaarden voordat ze werden toegelaten tot de FAGT. Hierbij zijn de vereniging en haar therapeuten altijd meegegaan met de eisen die vanuit het werkveld (leden, koepels en zorgverzekeraars) gesteld zijn. In meerdere situaties heeft de FAGT zich als progressieve vereniging scherpere regels opgelegd om de kwaliteit van de aangesloten therapeuten en hun praktijk verder te verhogen.

Voor toelating is ten minste één afgeronde vakopleiding op hbo-niveau van minimaal 3- of 4 jaar een vereiste. Deze vakopleiding moet minimaal 160 ECTS zijn en geaccrediteerd door een erkend accreditatie-instituut als SNRO, CPION of NVAO. Verschillende opleidingen mogen niet bij elkaar opgeteld worden, het gaat om één opleiding die aan deze eis voldoet. Daarnaast dient de therapeut een door CPION of SNRO hbo-diploma (Plato):

medische basiskennis (als je lichaamsgericht werkt)

óf psychosociale basiskennis (als je gespreks georiënteerd werkt)

óf een geldige BIG-registratie;

óf een diploma (van na 1989) van een reguliere NVAO-geaccrediteerde hbo-opleiding in de (para)medische of psychosociale zorg.

Werk je zowel lichaamsgericht als psychosociaal gericht, dan heb je zowel MBK als PsBK nodig.